Twee pareltjes: Golden Bay en Farewell Spit
Na de Abel Tasman Coast Track rijden we nog verder tot Collingwood, een piepklein stadje in Golden Bay met letterlijk één tankstation, één supermarkt, één café en een tiental huizen. Je gelooft het haast niet, maar in 1850 – middenin de gold rush – wilden ze van dit dorpje de hoofdstad van Nieuw-Zeeland maken. Al snel werd er geen goud meer gevonden en het enthousiasme voor dit plan verdween als sneeuw voor de zon. De naam Golden Bay bleef wel behouden.
Het is een helse rit naar Collingwood want we moeten Takaka hill oversteken. De weg (SH60) is goed aangelegd, maar er zijn abnormaal veel scherpe bochten die elkaar in sneltempo opvolgen en behoorlijk wat locals die in ons gat hangen om het tempo wat op te drijven. Die hike zit ook iets meer in onze benen dan verwacht. Gelukkig is onze Ford Focus solidair. Hij heeft ook wat moeite met het klimmen en dalen.
Het landschap onderweg is alweer de moeite (stop aan de verschillende uitkijkpunten) en zo vliegt de rit van een uurtje en een half voorbij.
We hebben een drukke planning voor de volgende dag. Eerst rijden we een stukje terug richting Takaka, het grootste dorp in Golden Bay, om de Grove Scenic Reserve, Wainui Falls en Te Waikoropupu Springs te bekijken.
Grove Scenic Reserve
Vanaf de parking loop je 10 minuutjes door een bos met gigantische varens en prachtige oude bomen. Op het einde versmalt het pad tussen twee rotsformaties en volgt de beloning: een adembenemend uitzicht op omliggende weilanden en stranden rond Pohara. Deze plek is zo rustgevend en stil dat ik er gemakkelijk een paar uurtjes zou kunnen doorbrengen, maar hop hop, geen tijd te verliezen vandaag.
Wanui Falls
Onze eerste eenpersoonshangbrug komen we tegen op de wandeling naar de Wanui Falls, 40 minuutjes tot een uur heen en terug. Nikau-palmbomen werpen wat schaduw op de oevers van de rivier. Perfect om even te genieten van deze mooie waterval op een warme dag.
Te Waikoropupu Springs
Als je één ding niet mag missen, zijn het de Te Waikoropupu-bronnen met drinkbaar water, de grootste in Nieuw-Zeeland. Het water heeft een constante temperatuur van 11,7°C en is ongelofelijk helder. De bodem van het meer lijkt wel te dansen als het water naar boven bubbelt. De waterplanten, sommigen in prachtige kleuren, maken het plaatje helemaal af.
Tijd voor een koffie. In de buurt van Tata Beach ontdekken we de Espresso Boat. Dat mag je letterlijk nemen: espresso op een oude boot, die aangemeerd ligt in de haven naast de chique zeilboten. Het zaakje wordt uitgebaat door een hippiekoppel. Aanrader!
Kaituna Track
In de namiddag doen we stukje van de Kaituna Track: een boswandeling tot aan de Kaituna Forks van 2u heen en terug (9,8 km). Het pad loopt langs oude goudmijnschachten dus je denkt dan “spannend”. Maar nee hoor, er is niet echt veel te beleven en de wandeling zelf is ook niet uitdagend te noemen omdat het pad de hele tijd vlak is. Leuk wordt het pas vanaf de Kaituna Forks waar er meer klimwerk aan te pas komt en het pad niet meer zo duidelijk zichtbaar is. Helaas heb je dan een hele dag nodig en dien je een shuttle te regelen om je aan het eindpunt op te pikken en terug te brengen naar je auto (kan geregeld worden via de hostel). Die tijd hebben we jammer genoeg niet.
Gelukkig hebben ze lekker eten en is het fijn zitten in The Naked Possum, een café dat enkel overdag open is, aan het begin van de Kaituna Track.
Op de heenweg komen we in een koeienfile terecht. De boer is drukdoend om zijn koeien van de ene wei naar de andere te leiden en dat duurt wel even want het zijn er veel. We komen trouwens nog andere weien tegen met een enorm aantal koeien. Zuivel is hier big business. Het overgrote deel van de melk wordt verwerkt tot melkpoeder en kaas voor export naar de Aziatische groeilanden zoals China. Niet zo’n stom idee gezien de schandalen van de afgelopen jaren.
Het allermooiste houden we tot het laatste. We rijden helemaal tot het noordelijkste punt van het zuidereiland naar Wharariki Beach, Cape Farewell, het absoluut noordelijkste punt, en Farewell Spit.
Wharariki Beach
Iets buiten Takaka pikken we twee jonge Canadese backpackers op. Het zijn boomplanters die de winterperiode in Canada overbruggen en hier zes maanden rondtrekken en werken. Zij vertellen ons over Wharariki Beach en hoe mooi het er is. Beter dan Farewell Spit. We zetten hen af in Puponga, waar ze op een boerderij werken, en rijden met wat tegenzin verder naar het strand. We hebben al zoveel stranden gezien de laatste tijd en verwachten niet echt dat dit strand veel specialer zal zijn dan de rest.
Na een klimmetje door enkele schapenweien en een klein stukje wandelen door het bos komen we uit op gigantische duinen.
Wat daar achterligt, is het mooiste wat we tot nu toe zagen in Nieuw-Zeeland. Strand zover je kan kijken, ingesloten tussen hoge rotsformaties zodat we plots minimensjes lijken.
Van hieruit hopen we een glimp op te vangen van Farewell Spit dus we besluiten om een steile duin te beklimmen om zo een nog hogere rots te bereiken. Door het mulle zand glijden we telkens weg, maar uiteindelijk lukt het toch om het struikgewas te bereiken waarin ik bijna vast te kom te zitten.
Geen Farewell Spit te zien verdorie, maar wel een nog mooier uitzicht op Wharariki Beach. Bedankt toffe Canadezen. Zonder jullie hadden we dit gemist.
Tip: kom bij zonsondergang, breng een fles wijn mee.
Cape Farewell
Stop onderweg aan Cape Farewell en de Pillar Point Light House. Voor die laatste hadden we geen tijd meer, maar zeker doen. Dit is echt het noordelijkste punt van het zuidereiland, nog noordelijker dan Farewell Spit.
Farewell Spit
Farewell Spit is de langste natuurlijke zandbank ter wereld die enkel toegankelijk is met een gids. Op je eentje kan je wel een stukje op de zandbank wandelen, maar niet tot het uiterste puntje: 2,5 km op de outer beach en 4 km op de inner beach. Beiden geven een mooi zicht op de Spit. Omdat het al een beetje begint te schemeren laten we de wandeling voor wat het is en rijden we meteen naar i-SITE. Om 20u is die al lang dicht en kunnen we helemaal alleen met een pintje van de zonsondergang genieten boven Farewell Spit.
Als we terug rijden, is het al donker. We zijn stil van alweer zo’n prachtige dag en zijn het erover eens dat dit het mooiste is wat we tot nu toe in Nieuw-Zeeland gezien hebben. Het is waar wat ze zeggen: je plant om twee dagen in Golden Bay te blijven, maar voor je het goed en wel beseft wil je er liever een week ronddwalen.
Praktisch:
Reis:
De rit van Marahau naar Collingwood bedraagt 81 km. Om van Collingwood naar Farewell Spit te rijden, ben je 26 km onderweg, heen en terug.
Slapen:
Somerset House in Collingwood is onze thuis voor twee nachten. Het is op zich een mooie hostel, alleen zijn er heel veel regeltjes over wat mag en niet mag en voelen we ons soms terug 12 jaar. Ze hebben wel een interessante promotie: als je drie nachten blijft is de vierde nacht gratis. Kostprijs: 66 NZ$/kamer (met BBH-kaart), met vers brood en zelfgemaakte confituur inbegrepen.
Categories: Nieuw-Zeeland, Oceanië
Ha! Die cape farewell rots lijkt wat op Lulworth Cove in Zuid-Engeland 🙂 mooie foto’s!
En wij maar naar de andere kant van de wereld reizen terwijl het achter onzen hoek ligt.
Ik wist weinig over Nieuw-Zeeland, maar wat ik nu te zien kreeg …. onvoorspelbaar mooi !